[ezcol_2third id=”” class=”” style=””]Ballade van een groepsportret
[br]

Het was het jaarlijkse bestuursbuffet
Van visvereniging De Kelen Smeren
Waarop de penningmeester het budget
Voor komend visseizoen zou declameren
Hij hief het glas en sprak toen: Mijne heren
De ledenafdracht wordt correct voldaan
Waardoor we bakken duiten genereren
Het is u ongetwijfeld niet ontgaan
[br]

Ik heb het veilig op de bank gezet
Maar geld is er vooral om te spenderen
Dus Willem zal nu rondgaan met een pet
Waarin u uw ideeën kunt poneren
Hoe of we samen kunnen profiteren
Van deze zak met geld, ons toegestaan
(Men kan dit als een schurkenstreek typeren
Het was u hoogstwaarschijnlijk niet ontgaan)
[br]

De voorzitter sprak weldra: Opgelet!
Het is bekend wat wij het meest begeren:
Zo’n mooi en opzienbarend groepsportret
Dat wij tot nu toe jammerlijk ontberen
Waarop men ons in onze sjiekste kleren
Als visser aan het werk kan gadeslaan
Waarop we onze welvaart etaleren
Een werk, kortom, dat niemand kan ontgaan
[br]

Helaas. Het weer was niet echt je van hèt
Toen men de schilder vroeg te arriveren
Dat zal je zien. Dat uitgerekend nèt
Wanneer je met elkander moet poseren
Een onweersbui je plannen komt versjteren
Hun hele visvoorstelling naar de maan
Een domper die men niet kon appreciëren
Maar dat was u waarschijnlijk niet ontgaan.
[br]


[br]

(Schilderij: Regenten van het Loridanshof te Leiden, Jacob Fransz. van der Merck 1658; thans hangend in Museum De Lakenhal.)

[/ezcol_2third] [ezcol_1third_end id=”” class=”” style=””]Balladen zijn er in soorten en maten. Wat ze gemeen hebben, is dat ze allemaal een refreinregel hebben, die (doorgaans aan het einde) in iedere strofe terugkeert. 

[/ezcol_1third_end]