Willem de Zwijger
Hij had een vrouw die steeds en zonder schromen
Maar praatte en maar praatte in het rond
De woorden bleven van haar lippen stromen
En niemand kon er ooit eens tussen komen
[br]
Dus als men Willem vroeg wat hij nu vond
Bijvoorbeeld van bestuurs- of oorlogszaken
Dan opende zijn vrouw alweer terstond
Luidruchtig als zij was haar grote mond
[br]
De mensen lieten dan die vrouw maar kwaken
Door wie geen zinnig woord werd uitgebracht
Maar die het praten nimmer leek staken
[br]
Waardoor ze Van Oranje nooit eens spraken
Die aan haar zijde maar te zwijgen placht
En voor de rest het zijne ervan dacht
[br]
[br]