Pepijn de Korte

714 – 768, Eerste koning der Franken,
vader van Karel de Grote
[br]

Als koning was hij een markant figuur
Zijn moeder noemde hem haar ukkepukje
En was zijn heerschappij van lange duur
Dat lange sloeg dus niet op zijn postuur
[br]

Dat leidde wel tot menig ongelukje
De beste man kon immers nergens bij
Dus kukelde geregeld van een krukje
En toen hij oud werd kromp hij zelfs een stukje
[br]

Gevoel voor humor had hij generlei
Je moest er in zijn bijzijn dus voor waken
Dat je maar niets over zijn lengte zei
[br]

Vooral niets lolligs, want dan fronste hij
En antwoordde gevat op zulke zaken:
‘Ik laat u straks een kopje kleiner maken’